Hieronder leest u een gerectificeerd artikel. Het is gebaseerd op een eerder gepubliceerd artikel, de onjuiste gegevens zijn verwijderd. Dit betreft de persoonsgegevens van een AP medewerker die slechts een zeer beperkte rol heeft gehad in de klachtprocedure.
Integrale aanpak ondermijnende criminaliteit: de nieuwe IRT-affaire?
De Raad van State heeft onlangs een advies gepubliceerd op een aantal door de minister van justitie Grapperhaus voorgelegde vragen. In de media is naar aanleiding van dit advies vooral aandacht besteed aan de eerste vraag van Grapperhaus, namelijk of de bevoegdheden en de taken van burgemeesters in strijd tegen ondermijning uitgebreid moeten worden. Achter de tweede door Grapperhaus voorgelegde vraag gaat echter mogelijk een bestuurlijk schandaal schuil dat in omvang de IRT-affaire zou kunnen overtreffen.
Grapperhaus wilde van de Raad van State namelijk weten of de regelgeving voor persoonsgegevensuitwisseling door gemeenten bij de aanpak van ondermijning zodanig vormgegeven kan worden dat deze verenigbaar is met de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Ook andere protagonisten van deze aanpak, zoals onlangs nog burgemeester Aboutaleb, laten geen gelegenheid voorbij gaan om te lobbyen voor een uitbreiding van deze bevoegdheden. Grapperhaus en de burgemeesters weten dus heel goed dat een persoonsgegevensuitwisseling door gemeentes met andere organisaties illegaal is. En dat is opvallend.
Waarom? Omdat vanaf 2009 onder leiding van het ministerie van justitie landelijk een uitgebreide organisatie is opgetuigd in de bestrijding van de zogenaamde ondermijnende criminaliteit in de vorm van Regionale Informatie en Expertise Centra (RIEC) en een landelijke organisatie LIEC. De kern van deze nieuwe aanpak: de uitwisseling van persoonsgegevens tussen de gemeenten, het ministerie van Veiligheid en Justitie, het Openbaar Ministerie, de nationale recherche, Belastingdienst, Koninklijke Marechaussee, de Nationale Politie en andere diensten. De politiek heeft voor deze aanpak onlangs zelfs nog honderden miljoenen ter beschikking gesteld zodat deze aanpak de komende jaren nog verder uitgebreid kan worden.
Met de uitwisseling van persoonsgegevens binnen het RIEC is vanaf 2009 eerst de Wet bescherming persoonsgegevens volledig opzij geschoven. Met de inwerkingtreding van de AVG wordt deze illegale werkwijze niet alleen onbegrensd voortgezet. Deze wordt onder gejuich van de politiek aanzienlijk uitgebreid. Waar alle kleine ondernemers sinds de inwerkingtreding in 2017 door de overheid gebombardeerd zijn met waarschuwingen dat iedereen toch echt dient te voldoen aan de AVG heeft diezelfde overheid volledig lak aan de AVG. Dit doet denken aan de IRT-affaire, waar de overheid ook ineens het idee had dat in de strijd tegen criminelen de wet- en regelgeving alleen nog maar voor burgers bindend was. Ook de verantwoordelijk toezichthouder, de Autoriteit Persoonsgegevens (AP), ontbreekt geheel in het debat. Dat hoeft niet te verbazen. Het zal immers geen toeval zijn dat Aleid Wolfsen, een boegbeeld van de politieke baantjescarrousel, tot voorzitter van de AP benoemd is. De AP is door ons sinds 2015 herhaaldelijk gewezen op deze illegale praktijken van het RIEC. De AP geeft echter niet thuis.
De uitwisseling van persoonsgegevens zoals dit binnen de partners van het RIEC plaatsvindt, is echter niet mogelijk. De AVG is juist ontworpen om de burger te beschermen tegen overheden die op dit soort ideeën komen. In de klacht leest u op welke punten het RIEC de AVG overtreedt. De AP is of zou hiervan op de hoogte moeten zijn aangezien er in 2017 een audit op gegevensuitwisseling bij het RIEC heeft plaatsgevonden door de Rijksauditdienst (ADR). Evenals uit het WRR rapport 72887 Big data voor fraude bestrijding blijkt, dat de gegevensverwerking, -verzameling en -deling in de vele samenwerkingsverbanden aan geen enkele wettelijke norm voldoen. De AP lijkt dit onrechtmatig handelen te faciliteren. Het heeft er alle schijn van dat de AP juist oud medewerkers van de grootste AVG overtreders gerekruteerd heeft. Eerder berichten we reeds over mr. H. van N., bestuursrechtsdeskundig, afkomstig van het OM. En Mevrouw M.B. was hoofd van het Expertisecentrum Handhaving & Intelligence voor de belastingdienst. Weet u het nog? Het schandaal waar Zembla mee naar buiten kwam?
M. B. heeft zich beziggehouden met het dossier Fort Oranje, en zij wenste van de geboden gelegenheid tot wederhoor geen gebruik te maken.
Lees hier de klacht AP RIEC 170419