Dat er al lange tijd problemen bestaan op de door Fort Oranje geëxploiteerde inrichting, wordt onderschreven door Fort Oranje. Engel is na de aankoop van Fort Oranje in 2002, geconfronteerd met een bestaande situatie waarbij duidelijke is geworden dat een aantal zware criminelen de camping als uitvalsbasis gebruikten en ook actief waren op de camping. Zo is illegaal wiet gekweekt in woonwagens. Fort Oranje heeft hierdoor aanzienlijke schade geleden, onder meer omdat de voor de plantages benodigde elektriciteit gestolen is van de exploitant.
Door de jaren heen heeft Fort Oranje steeds weer aan politie en justitie informatie verschaft over deze activiteiten met het verzoek hiertegen op te treden. Deze informatie is voor politie en justitie echter geen aanleiding geweest voor enige reactie. Fort Oranje heeft uiteindelijk in de periode 2007 tot en met 2009 als noodkreet herhaaldelijk brieven aan Hillenaar, toenmalig hoofdofficier van justitie van het parket Breda gestuurd, waarin het uitblijven van elk optreden politie en justitie aan de orde gesteld is. Op deze brieven is niet meer ontvangen dan een ontvangstbevestiging.
Het uitblijven van bijstand is uitsluitend terug te voeren op de binnen het RIEC gemaakte afspraken. Fort Oranje heeft regelmatig aangifte gedaan van op de camping geconstateerde strafbare feiten. Al deze zaken zijn zonder enig onderzoek of vervolging geseponeerd. Ook de aangifte van de mishandeling en afpersing van Engel door personen die zich met deze ongewenste activiteiten bezig houden, heeft geen aanleiding gevormd voor enig zichtbaar onderzoek.
In 2009 heeft de eerste van vele integrale handhavingsacties plaatsgevonden waarbij gezocht is naar aanknopingspunten om de inrichting te kunnen sluiten. Bij deze actie zijn meerdere hennepplantages aangetroffen, zoals die eerder gemeld zijn door Fort Oranje. De kosten voor het opruimen van deze plantages zijn vervolgens bij Fort Oranje neergelegd omdat het uitblijven van politieactie geen rechtvaardiging zou vormen om niet zelf stappen te nemen tegen deze onrechtmatige activiteiten.
Bij deze operatie heeft ook de brandweer geparticipeerd die vastgesteld heeft dat de brandveiligheid niet op orde was. Zo zou uit een meting gebleken zijn dat de bluscapaciteit onvoldoende was. Achteraf is vastgesteld dat de brandweer niet per ongeluk een onjuist spruitstuk voor de meting gebruikt heeft.
Voorafgaande aan de sluiting hebben alle bewoners van Fort Oranje een brief ontvangen waarin de sluiting is aangekondigd. Een groot deel van de bewoners is in deze periode vertrokken. De Raad van State heeft Fort Oranje in het gelijk gesteld, waarmee de sluiting van de baan was. De Gemeente Zundert heeft aan Fort Oranje een exploitatievergunning verleend.
Door deze pogingen van de burgemeester om op oneigenlijke gronden de camping te sluiten, is de neergang van Fort Oranje definitief ingezet. De goedwillende recreanten zijn vanaf dat moment definitief van de camping verdwenen. De achtergelaten inboedel en leegstaande woonwagens vormen de basis van een vergaande verpaupering die de actuele beeldvorming beheersen.
Fort Oranje is daarna verworden tot een laatste vangnet voor mensen die vaak met multidisciplinaire problemen en uitzichtloze schuldsituaties dakloos dreigen te worden. Vanuit de gemeentes Den Haag, Rotterdam maar ook Breda en Zundert zijn kansloze gevallen op grote schaal naar Fort Oranje doorgestuurd. Er ontstaat daarmee op Fort Oranje een concentratie van mensen afkomstig uit de onderkant van de samenleving met een daarmee gepaard gaande hulpbehoefte. Daarbij blijkt Fort Oranje een uitkomst voor justitie om vanuit Rotterdam en Den Haag veroordeelde criminelen te huisvesten, waaronder de Haagse Dakmoordenaar. Een aanzienlijk deel van de criminaliteit op Fort Oranje, ook een groot aantal brandstichtingen, zijn gerelateerd aan deze groep. Fort Oranje heeft van meerdere brandstichtingen aangifte gedaan met bewijsmateriaal zoals camerabeelden en namen van daders. Justitie heeft hiermee wederom niets gedaan. Hierbij dient opgemerkt dat juist deze criminaliteit en de vele brandstichtingen op het terrein door de burgemeester in de media regelmatig aangehaald worden als argument voor sluiting.
De problematische samenstelling van de huidige populatie van Fort Oranje is daarmee rechtstreeks het gevolg van het beleid van de burgemeester en haar handhavingspartners. Uit interne informatie van hulpverleners die in handen is van de producenten van SBS-serie, is gebleken dat de burgemeester de situatie op Fort Oranje heeft laten escaleren door weloverwogen niet tegemoet te komen aan de grote zorgvraag onder de bewoners. Door het onthouden van zorg zou namelijk het aantal incidenten stijgen, waarmee een sluiting eenvoudiger wordt. De schrijnende situaties waar de burgemeester graag en veel naar verwijst wanneer zij spreekt over Fort Oranje, zijn een gevolg van doelbewust beleid.
Uit stukken die middels WOB-verzoeken ontvangen zijn van het ministerie van justitie, blijkt dat in 2013 een overleg plaatsgevonden heeft tussen toenmalig staatssecretaris Teeven, de hoofdofficier van justitie van het parket Breda, de korpsleiding van de politie de burgemeester en de projectleider van het RIEC over de problemen op Fort Oranje. Een van de gespreksonderwerpen op de agenda destijds is dat een vrijplaats als Fort Oranje positief is omdat criminaliteit hier geconcentreerd is en zo goed in de gaten gehouden kan worden. Het doet vermoeden dat hier sprake is van een sociaal experiment.
Waar tussen alle instanties gesproken is over de problemen binnen Fort Oranje, heeft de burgemeester weloverwogen geweigerd om Fort Oranje bij een oplossing te betrekken. De uitspraak van de burgemeester in het programma van Jinek dat zij in regelmatig contact staat, is dan ook nadrukkelijk onjuist. Dit geldt ook voor haar stelling dat zij meermaals, laatstelijk zes maanden geleden, de situatie op Fort Oranje zelf aanschouwd heeft. Zij heeft Fort Oranje de afgelopen jaren nimmer bezocht.